Meerijden op de bakwagen van Donovan Petschi

Meerijden 24-01
“Ik ben een nette chauffeur en hou niet van verkeersruzies”
“Ik ben een nette chauffeur en hou niet van verkeersruzies”

Het is kwart over zeven in de ochtend als Donovan Petschi nog snel even een doekje over het portier aan de bijrijderskant haalt. Want ja, als een verslaggever van Routiers meerijdt, dan moet de groen-rode Volvo FL 250 van Wesseling Logistics er wel ‘spic & span’ uitzien. Een uurtje eerder heeft Donovan (34) zijn wagen al ingeladen en eigenhandig gecontroleerd of de vracht compleet is en alles goed vaststaat. “Ik ben een man van vastigheden. Ik hou van een vaste route, een eigen vaste auto en vaste gewoontes. Je kan het sleur noemen, maar ik vind het heel erg lekker.”

“Ik ben een nette chauffeur en hou niet van verkeersruzies”
“Ik ben een nette chauffeur en hou niet van verkeersruzies”

De ritlijst voor vandaag telt 25 adressen in en om Delft en Den Haag. Voor we vertrekken loopt Donovan nog even de personeelsruimte op de vestiging in Sassenheim binnen. “Om een bakkie te doen en nog even te plassen.” Op de A44 ontstaat voor Wassenaar een korte file. Donovan heeft er geen last van, integendeel. Het geeft hem de gelegenheid extra te genieten van de lage mistbank die de weilanden aan de linkerkant van de weg een sprookjesachtig aanblik geeft. “Dat is het mooie van mijn werk. Je ziet veel. Straks bij Pijnacker moet ik lossen bij een boerderij en gaan we de kleine weggetjes op. Dat is genieten en een stuk leuker dan op de snelweg rijden.”

Dankbaar werk

Donovan zit al sinds z’n 18e op de weg. Eerst op een Ford Transit waarmee hij een aantal bakkerijen in de regio Haarlem dagelijks bevoorraadde. Na zeven jaar was hij toe aan wat anders en kroop hij achter het stuur van een vrachtwagen om bedden en kasten bij consumenten thuis te bezorgen en te monteren. “Dankbaar werk, want je maakt elke dag weer mensen blij met mooie spullen. Maar ook zwaar werk, zeker als je bedden en matrassen naar vierhoog moet sjouwen. Monteren kostte je soms 3 uur. En altijd met z’n tweeën op pad vind ik ook wel iets. Je hebt mekaar niet de hele dag wat te vertellen immers.”

Pompwagen

Tijd voor verandering dus, en toen hij enkele jaren terug van Zandvoort naar Sassenheim verhuisde, meldde hij zich daar bij Wesseling. Hij kon er meteen aan de slag, en werd op zijn wenken bediend met een vaste route, vaste auto, geen al te zwaar sjouwwerk en geen bijrijder. De elektrische Toyota pompwagen is inmiddels zijn trouwste bondgenoot: ”Dat ding is echt goud!”.

Voor de eerste leveringen vandaag zet hij koers naar een groot bedrijventerrein in Nootdorp. Zo een locatie vindt hij wel zo prettig. Vóór negen uur komt hij liever niet in de bebouwde kom, vanwege het grote aantal fietsers dat dan links en rechts voorbijschiet. Op het eerste adres hebben ze bovendien uitstekende koffie, en het staat Donovan vrij om hier even naar de koffiecorner ter lopen. Op het tweede adres is er even onduidelijkheid over de levering, maar tot zijn opluchting krijgt hij na een telefoontje met de planning groen licht z’n vracht te lossen: ”Ik ben altijd blij als de eerste rij in de bak leeg is. Anders loopt dat je de rest van de dag voor de voeten, en ben je de hele dag alleen maar pallets aan het verzetten.”

“Ik vind het niet erg een stukje te lopen.”
“Ik vind het niet erg een stukje te lopen.”

Code invoeren

Over smalle polderweggetjes rijdt Donovan vervolgens richting Pijnacker waar goederen voor een interieurwinkel en een pallet wijn bij een slijterij bezorgd moeten worden. Het afleveradres voor de winkel is een onbemand magazijn op een desolaat en versloft bedrijventerrein. D’r is dus niemand om voor de ontvangst van de goederen te tekenen. Donovan moet op een paneeltje een code intoetsen om de roldeur te openen en rijdt daarna met z’n pompwagen de vracht snel naar binnen. “Jammer, geen menselijk contact hier. En het is een wat ongezellige omgeving, een plek waar ik ’s avonds liever niet kom. Maar dat hoort er ook bij. En voor deze ondernemer is het wel zo efficiënt; die kan in de winkel blijven en tegelijk bevoorraad worden. Straks gaan we naar een biologische boerderij net buiten Delft en dat is een cadeautje.”

Lees ook: Mijn Rit | “Rijden in Zweden absoluut veilig voor vrouwen”

Scharrelkippen

En hij heeft inderdaad geen woord te veel gezegd. We rijden over een smal landelijk weggetje omgeven door veel groen. Een landschap dat je niet verwacht op amper een kilometer afstand van de A13. Als we het terrein van de boerderij oprijden wijst Donovan op het verrijdbare kippenhok in een weiland. ”Dat zijn dus echt scharrelkippen die daar lopen te scharrelen. Nu, met die laagstaande zon en de ochtenddauw nog op het gras is dit toch een feestje voor het oog? Met regen is het misschien wat minder, maar dan nog!” Veel tijd om de boerderij en de koeien te bekijken is er nu niet, want Delft wacht. Maar een tijdje geleden had Donovan zijn ritten zó ingedeeld dat hij op de boerderij kon pauzeren. “Ik had toen onze zoon Dex (4) een dagje meegenomen. Met toestemming van mijn baas en van de planning uiteraard. Ik had een stoeltje op de bijrijdersplaats geplaats en zo kon Dex zien wat zijn vader zoal doet. Bij het lossen moest hij uiteraard in de auto blijven. Vaak sliep hij dan. En als hij wakker was liet ik ‘m op mijn telefoon even een filmpje kijken. De pauze hebben we hier doorgebracht. Mocht Dex uit de auto en bij de kalfjes en de koeien kijken. Dat vond ie prachtig!”

Donovan rijdt alleen met navigatie naar nieuwe klanten.
Donovan rijdt alleen met navigatie naar nieuwe klanten.

Zwaaien naar de collega’s

Het is de vrijheid die Donovan zo waardeert in zijn huidige job. “Op de weg zitten bevalt me goed. En het feit dat je geen baas hebt die je constant op de vingers kijkt, vind ik ook fijn. Wesseling bestaat al meer dan 100 jaar (‘since 1906’ staat ook vermeld op de mouw van zijn zwarte-rode Wesseling-polo) en ik heb meer dan 200 collega’s. Sommigen daarvan spreek ik bij het laden en lossen. En tijdens de vele evenementen die Wesseling organiseert. Zoals met Sinterklaas, een bedrijfsuitje, soms iets op vrijdagmiddag. Maar verder kan ik heerlijk in mijn eentje mijn werk doen. We bellen elkaar ook niet onderweg of zo, van ‘waar ben jij nu eigenlijk…?’ Ja, we zwaaien wel natuurlijk, als we elkaar onderweg tegenkomen, maar daar blijft het ook bij.”

Stappenteller

We verlaten de polder en rijden Delft binnen. Nee, de navigatie heeft Donovan niet aan staan. “Dat is het voordeel van vaste klanten op een vaste route. Je hoeft niet elke dag opnieuw een andere route te rijden en onderweg te klooien op je navigatie. Een enkele keer heb ik er een particulier afleveradres tussen zitten, dan moet ik dat soms even op mijn telefoon opzoeken.” Aangekomen bij de Beestenmarkt bemerkt Donovan dat hij met de auto niet veel verder kan komen omdat het vandaag markt is. Geen probleem, hij zoekt een parkeerhaven op parkeert daar de Volvo om vervolgens met z’n pompwagen met daarop een pallet met een in plastic gesealde lading dozen op weg te gaan. Uiterst opgewekt loopt hij langs de marktkramen en de nog lege terrassen naar een klein hotel in het historische centrum. “Dat doe ik wel vaker, een stukje lopen. Er zijn kleine steegjes in Delft waar ik amper inkom. Dan ga ik mezelf toch geen stress op de hals halen door daar lastig te manoeuvreren? Sommigen vinden het irritant, dat ze soms een stukje moet lopen. Maar ik vind het wel zo makkelijk. En als chauffeur zit je al zo veel hè! Dan is het toch alleen maar lekker als je tussendoor een beetje kunt bewegen? Ik heb geen stappenteller, maar ik kom per dag een heel end in de buurt van 10.000 stappen, denk ik.”

Naar de Koning

Winkels, scholen, tuincentra, bouwmarkten, ziekenhuizen en crematoria; juist dat hij op zoveel verschillende adressen komt en allerlei mensen ontmoet maakt het werk voor Donovan aantrekkelijk. “Een tijdje terug mocht ik nog bloembollen afleveren bij Huis ten Bosch, het woonpaleis van Willem-Alexander en Maxima. Nee, Maxima heb ik niet gezien. En ik kreeg ook geen koffie aangeboden. Ik heb me gemeld bij de marechaussee. En vervolgens de vracht netjes afgeleverd aan de tuinman die met een golfkarretje naar het hek kwam en alles nauwkeurig controleerde. Het was kortom weer een mooie en bijzondere ervaring.”

Niet met stalen wielen pompwagen over fraaie tegelvloer hotel.
Niet met stalen wielen pompwagen over fraaie tegelvloer hotel.

‘Klokkie rond’

Als Donovan een minder leuke kant van zijn huidige job moet noemen, dan is het dat hij vaak ‘lange dagen’ maakt. “Je rijdt je bak leeg, en dan heb je aan het einde van de dag onze vaste ‘afhalers’. Daar halen we vracht op, die in Sassenheim weer verder wordt gedistribueerd. Gister moest ik om vijf uur nog een aantal pallets ophalen. Soms rij je weer met een volle bak terug. Dat betekent dat je vaak ‘klokje rond’ werkt. Als je eerder dan ‘klokkie rond’ terug bent, dan ben je eigenlijk vroeg!” Al die extra uren worden keurig netjes betaald. Althans deels. Donovan spaart een deel van zijn overuren voor extra verlof. “Op die manier kan ik op jaarbasis 13 extra vrije dagen opnemen. Mijn vriendin Hilde werkt in ploegendienst in het ziekenhuis, dus we hebben thuis best een druk schema en een volle agenda. Dan is het fijn om af en toe een vrije dag op te nemen en met Dex (wiens naam prominent op Donovans truck achter de voorruit prijkt) naar de kinderboerderij, de speeltuin of het strand te gaan.”