meerijden

‘Mij krijgen ze niet gek, ook niet op de Amsterdamse grachten’

'Mij krijgen ze niet gek, ook niet op de Amsterdamse grachten'
"Voor mij is er niks mooiers dan rijden." Foto's: Ton van der Vliet/ProMedia

Vanaf haar luchtgeveerde stoel achter het stuur van een elektrische Volvo FE ‘praat’ Juliana zo nu en dan tegen zichzelf, maar soms ook tegen haar medeweggebruikers. “Netjes gedaan, jongen”, merkt ze op als een automobilist pal voor haar een paar keer heen en weer moet steken om een klein parkeerplekje in te nemen. “Het is groen, dus dan moeten we het doen”, merkt ze monter op als het verkeerslicht voor haar op groen springt. Eén keer schiet ze flink uit haar slof: ”Kutfietser!”, roept ze fel als ze plots een noodstop moet maken wanneer een fietser vanuit het niets opduikt en met gevaar voor eigen leven rakelings langs de voorbumper schiet.

Als tienjarige was Juliana al in de ban van vrachtauto’s en wilde ze chauffeur worden. Ze speelde vrachtwagenspelletjes op de computer, ging vrachtwagens spotten op een industrieterrein in Boskoop en kon haar geluk niet op als ze mee mocht met een bevriende chauffeur die met een oplegger autotransporten verzorgde. Toch zou het nog vele jaren duren voordat ze in december 2023 haar vrachtwagenrijbewijs behaalde en bij transportbedrijf Steenbergen in Bodegraven aan de slag kon. Ze kwam in contact met het bedrijf op een banenbeurs in Den Haag, waar ze samen met een jobcoach op zoek was naar werk. Het klikte meteen.

Depotmanager Robert Jan van Dam benadrukt dat Steenbergen een inclusief bedrijf is waar iedereen welkom is. “We hebben slechts één voorwaarde: je moet Nederlands spreken.” Bij Juliana was dat geen probleem. Wat wel speelde was dat ze, na een geslachtsveranderende operatie in 2017, geen werkervaring had. Het herstel en een serie hersteloperaties hielden haar jarenlang in de ziektewet. “Maar ik ben een doorzetter, wilde graag weer aan het werk en dankzij die jobcoach is dat ook gelukt.” Bij Steenbergen werd ze met open armen ontvangen. Op de achterkant van haar planbord zijn bijna twintig stickers te vinden van verschillende bestelbussen en bakwagens waarmee ze op pad werd gestuurd. “Ik ben op een klein bestelbusje begonnen en het werd steeds groter. Bij dit bedrijf krijg je veel vrijheid. Je wordt niet doorlopend opgejaagd door de planning. Je hebt wel een tijdschema, maar ze gaan niet om de tien minuten schreeuwen dat je te laat bent.”

Tekst gaat verder onder de foto.

“Ik ben op een klein bestelbusje begonnen en het werd steeds groter.”

Liefde op het eerste gezicht

Vanuit Bodegraven gaan we via de A12 en A2 richting Amsterdam. Sinds een maand rijdt Juliana op deze elektrische truck en het was ‘love at first sight’. “Dat ik ermee op Amsterdam moet rijden, neem ik op de koop toe”, voegt ze er grappend aan toe. Hoewel het niet helemaal een grap is, want twee collega’s van haar hebben het ook geprobeerd en kwamen daar al snel van terug. De drukte, de chaos en de onvoorspelbaarheid van het rijden in de grote stad maakten hen bloednerveus. Ze raakten gestrest en dat is in beroepsvervoer het laatste dat je wil. Juliana heeft daar geen last van. Ze is dol op onze hoofdstad – “ook al omdat mijn favoriete club er voetbalt”- en het bijbehorende verkeersbeeld neemt ze op de koop toe.

Als er ineens toeristen op de weg staan die de fluisterstille Volvo niet aan horen komen, geeft ze even een brul door het openstaande raam. Met de Amsterdamse taxichauffeurs heeft ze een gezonde haat-liefde-verhouding ontwikkeld. Als ze bij een supermarkt manoeuvreert en een klein stukje achteruitrijdt, hangt een taxichauffeur meteen vol op z’n claxon. Juliana geeft geen krimp. “Daar moet je soms een beetje maling aan hebben. Ik heb rondom camera’s op de wagen en ik kon zien dat ik nog minstens een meter bij de taxistrook vandaan ben.” Even later, als ze op de drukke Stadhouderskade weer in moet voegen vanuit een laad en los-plek, laat ze de wagen langzaam in beweging komen en mompelt ze zachtjes “ik hoop dat die taxi me wat ruimte geeft.” En ja hoor; de taxichauffeur is de kwaadste niet en geeft ruim baan aan de groengele vrachtwagen met het opschrift “Groene Truck, 100% elektrisch.”

Geen stress

Ja, Juliana heeft zich weleens klemgereden op een smalle gracht waar links en rechts auto’s geparkeerd stonden. “Dan moet je niet ‘panikeren’ en je niet gek laten maken door toeterend verkeer achter je. Ik ben uit de auto gestapt en heb een passant gevraagd om mij wat aanwijzingen te geven om te voorkomen dat ik een personenauto, die ín een bocht stond, zou meepakken.” Met 5 of 10 kilometer per uur over de gracht rijden met een stoet toeterende en opdouwende auto’s achter zich? Juliana is op dat moment een ijskonijn: ”Ik besteed er geen aandacht aan. Claxonneren en gebaren maken? Moeten ze lekker zelf weten. Nee, ik schiet niet snel in de stress. Ook niet als het in de loop van de middag steeds drukker wordt. Je moet je in deze stad nooit rijk rekenen. Als je om drie uur ’s middags nog maar vijf stops te gaan hebt bijvoorbeeld. Denk dan niet dat je om vier uur wel klaar bent, want de spits komt hier al vroeg op gang en dan zit je zo aan 20 minuten per adres, die soms maar enkele rijminuten van elkaar verwijderd zijn.”

Tekst gaat verder onder de foto.

“Nee, ik schiet niet snel in de stress. Ook niet als het in de loop van de middag steeds drukker wordt.”

Daarbij is het prettig dat de planning haar niet op d’r nek zit. “Ik kan niet vliegen, hè. Pas was ik nog tot ’s avonds half acht in de weer omdat ik wist dat enkele klanten tot laat open zijn.  Maar als ik eens een keer een stop mis, dan moet die de volgende dag maar bezorgd worden.” Wel onderhoudt ze intensief contact met de afdeling klantenservice. Algauw vijf keer op een dag belt ze even. Een adres dat niet klopt? Een klant die er niet is? Juliana heeft wel geleerd dat eigen initiatief nemen in zulke situaties grandioos verkeerd kan uitpakken. “De collega’s van klantenservice en van de planning hebben het beste zicht op hoe alles in z’n werk gaat. Als je dan op eigen houtje aan de slag gaat, loopt het langs elkaar. Ik bel dus liever een keertje te veel dan te weinig.”

Tunnelangst

Het Sygic Truck GPS-navigatiesysteem is een trouwe bondgenoot voor Juliana. Daarnaast heeft ze op haar eigen telefoon ook Flitsmeister aanstaan. Je mag in Amsterdam bijna nergens harder dan 30 kilometer  per uur – en je kunt ook vaak niet veel harder – maar ze vindt het wel zo prettig om te weten waar de flitspalen staan. Met succes, want tot op heden heeft ze nog nul boetes op haar naam staan. Ze is altijd extra alert op doorrijhoogtes. “Ik ben 3,88 meter hoog. Maar bij een tunnel van 4 meter heb ik soms toch even de angst dat ie misschien net iets lager is en ik er een cabrio van maak. Sturen ze je met een hele auto de stad in en kom je met een halve terug.”

Filmopnames

Aan het Zeeburgerpad in Amsterdam-Oost wemelt het van de verkeersregelaars, want er worden daar filmopnames gemaakt. Tja, ook dat hoort bij de grote stad. Aan het einde van het pad bevindt zich een tunnel van 3,30 meter, dus moet Juliana flink aan de bak om op een krappe keerlus de auto weer in omgekeerde richting te krijgen: “Dat hele stuk achteruitrijden is hier, met al die auto’s die laden en lossen, niet te doen.” Het rondomzichtsysteem met vier camera’s komt ook hier goed van pas. De Volvo zit vol met gadgets als adaptive cruise control en lane assist en Juliana is er dol op. “En dit is óók een reden waarom ik graag op Amsterdam rij”, zegt ze terwijl ze ondertussen spiegels en beeldscherm nauwgezet in de gaten houdt: ”Ik wil gewoon heel goed leren rijden.”

Tekst gaat verder onder de foto.

“Het autootje is leeg, kan ik terugkomen of heb je nog wat?”

Windrichting controleren

Het is halverwege de middag als Juliana de laatste drie pallets aan de Rijnstraat heeft afgeleverd. Ze belt met de planning: “Het autootje is leeg, kan ik terugkomen of heb je nog wat? Nee? Oké, tot zo dan.” Juliana checkt eerst nog even de windrichting – “soms is het handiger om via de A5 en A4 terug te rijden naar Bodegraven omdat je dan minder tegenwind hebt” – maar vandaag voldoen A2 en A12. Eenmaal terug in Bodegraven rijdt Juliana naar dock 1 omdat daar het oplaadpunt zit. Ze sluit de kabel aan en meldt zich bij de planning. Daar krijgt ze in eerste instantie te horen dat voor haar het werk er voor vandaag op zit; ze kan naar huis. Maar plots duikt er nog een andere collega op, die voorzichtig informeert of ze misschien nog één kort ritje in de buurt kan doen? Juliana veert meteen op: “Oh ja hoor,” roept ze enthousiast: “Voor mij is er niks mooiers dan rijden.”

Lees ook:

Auteur: Ton van der Vliet