72 ton

Meerijden op een mobiele torenkraan: ‘Op eenzame hoogte’

Meerijden op een mobiele torenkraan: 'Op eenzame hoogte'
"Het gave van mijn vak? Elke dag een ander uitzicht." Foto's: Routiers/Ton van der Vliet

“Banden sparen, banden sparen, banden sparen.” We luisteren hier niet naar het boardradio-verkeer tussen Max Verstappen en de teambaas van Red Bull Racing. Nee, hier is machinist Jim van Dijk (33) aan het woord, terwijl hij zijn 72 ton zware mobiele torenkraan door een bocht richting de A12 stuurt.

We zijn met de Spierings SK 1265-AT6 van de firma Verschoor uit Sassenheim op weg naar Zoetermeer. Deze zes-assige kolos is drie meter breed, vier meter hoog en meet van kop tot staart ruim zestien meter. Uitgebouwd staat er een kraan met een torenhoogte van 37,2 meter. Vijf uitvouwende en uitschuivende giekdelen maken een vlucht van maar liefst zestig meter mogelijk. Het is de grootste mobiele torenkraan ter wereld, volgens fabrikant Spierings in het Brabantse Oss.

Schoolverlater

Jim, inmiddels getrouwd met Charlotte en trotse vader van tweejarige dochter Renée, was net zeventien jaar toen hij school verliet en een advertentie onder ogen kreeg waarin kraanverhuurbedrijf Verschoor jongeren zocht voor een leer-werktraject. “Ik had altijd al wat met machines, en vond vrachtwagens prachtig. Dus ik reageerde meteen op die advertentie. De eerstvolgende maandag mocht ik al mee op een kraan, om te kijken of het iets voor mij was. Nou, ik ben dus nooit meer weggegaan.”

Omdat hij zijn rij- en hijsbewijs nog moest halen, begon hij als bijrijder. Hij gebruikte die periode om zijn ogen en oren goed de kost te geven, ”want het vak van kraanmachinist is iets waar je veel ervaring voor moet opdoen. Met het behalen van je certificaten voor een torenkraan of een mobiele kraan ben je er nog niet. Je moet er feeling voor hebben. En je moet leren om een kraan ‘aan te voelen’. Bijvoorbeeld als er, zoals vandaag, behoorlijk wat wind staat.”

Speciale rijtechniek

Voor een machinist op een mobiele kraan komt daar nog het een en ander bij. Je moet de installatie niet alleen kunnen bedienen, maar ook kunnen opbouwen en afbreken. En het rijden is speciaal, en laat zich niet met een ‘gewone’ vrachtwagen vergelijken.

Het voertuig van Jim heeft een MX13-390 H4 motorblok van 12,9 liter van Paccar aan boord. Een 6-cilinder in lijn die goed is voor 390 kW/530 pk. De ‘overhang’ van ruim vijf meter aan de voorkant en het feit dat van de vijf achterassen er vier kunnen meesturen, maakt dat je niet zomaar instapt en wegrijdt met dit gevaarte. En vlak ook het hoge zwaartepunt niet uit.

Dankzij de hydraulische vering en de instelbare hoogte – nuttig om op een ongelijke ondergrond de boel waterpas te kunnen installeren – is het weggedrag comfortabel. Het voertuig is ook opvallend stabiel in de bochten.

Tekst gaat verder onder de foto.

Een machinist moet de installatie niet alleen kunnen bedienen, maar ook kunnen opbouwen en afbreken.

Om het gevaarte met twaalf ton aslast af te remmen, beschikt Jim over een retarder, een extra zware motorrem én schijfremmen rondom. Die laatste gebruikt hij bij voorkeur zo min mogelijk. Zorgen dat hij zoveel mogelijk blijft rollen, is dan ook het motto van Jim.

Beroepschauffeurs houden doorgaans goed rekening met hem, is zijn ervaring. “Alleen het feit dat ik begrensd ben op 76 kilometer, dat is om de banden te ontzien, wordt niet altijd gewaardeerd. Dat veroorzaakt op de snelweg soms wat irritatie.”

Van klein naar groot

De eerste kraan van Jim  was ‘een kleintje’. Die had een gieklengte van ‘slechts’ 33 meter. Stapsgewijs ging hij steeds groter. Eerst van 33 naar 38 meter. Toen naar 48 meter en daarna naar 50 meter. En sinds januari van dit jaar dus op deze 60-meter gigant. Een uiterst modern apparaat, dat is uitgerust met een hybride bovenmotor met PowerPack-technologie, die het mogelijk maken om emissievrij te hijsen.

Kranen waren jarenlang ‘lastige dingen om te rijden’, met handgeschakelde versnellingsbakken, koppelomvormers en vloeistofkoppelingen. Het leverde Jim een zwaar linkerbeen – van het ontkoppelen – en een zware rechterarm – van het schakelen – op. Wat dat betreft is de Spierings met z’n ZF traxon-automaat voor hem een feest om te rijden.

Tekst gaat verder onder de foto.

Het is de grootste mobiele torenkraan ter wereld, volgens fabrikant Spierings in het Brabantse Oss.

Uitzicht

In Zoetermeer kan Jim tegen tien uur beginnen de kraan voor de eerste keer op te zetten. Dat is een proces van een goede drie kwartier, en een klus die opperste concentratie vereist. De onderwagen zo parkeren dat de kraan vrijuit kan ronddraaien, de stempels uitzetten en alles waterpas neerzetten en de kraan uitvouwen; Jim doet het ogenschijnlijk moeiteloos met de afstandsbediening. Na een laatste check op het beeldscherm voor alle veiligheidsmaatregelen en het aflezen van de windmeter in de top van de kraan – windkracht 6, dat valt binnen de marge van veilig werken – hijst Jim zich in het open kooiliftje. Dat brengt hem in kalm tempo naar zijn cabine op 36 meter hoogte.

Die werkplek is klein, maar wel van alle gemakken voorzien. Link en rechts joysticks om de kraan te bedienen. Vlak voor zijn hoofd twee beeldschermen; één met allerlei data, de ander met camerabeelden. Via een intercomsysteem dat hij met een voetpedaal bedient, kan hij contact houden met de mensen beneden. Veel glas, zelfs tot vlak voor zijn voeten, biedt een adembenemend uitzicht op de wereld voor en onder hem. “Dat is het gave van mijn vak. Elke dag een ander uitzicht. Het is nu regenachtig en bewolkt, maar op heldere dagen kijk je kilometers ver.”

Eenzaam

Verwarming, airco en een ingebouwde stereo-installatie; Jim z’n werkplek is riant ingericht. Of het niet eenzaam is aan de top? “Jazeker,” is het antwoord van Jim: ”maar ik geniet daar juist van. Ik vermaak me prima als ik met de radio op de achtergrond en dat bijzondere decor voor me hier mijn werk kan doen.” Op de zaak weten ze dat ook. Gedurende de dag wordt Jim niet gebeld, en zelf pakt hij de telefoon ook alleen als het echt nodig is. “Het liefst los ik de dingen zelf op.”

De hijsklus in Zoetermeer stelt qua gewicht weinig voor. De vier stalen platen die Jim van het achterdek hijst om onder de stempels te leggen, wegen bij elkaar 1.000 kilo. Dat is meer dan de Big Bags met elk 500 kilo aan stenen. En de tijd die er mee gemoeid is om de kraan twee keer op te bouwen en af te breken, staat niet in verhouding tot de hijstijd, want in amper twintig minuten staan de in totaal vijf Big Bags keurig op hun plaats.

‘Een hele uitdaging’

“Dat wordt nog een hele uitdaging,” zegt Jim als hij het parkeerterrein verkent voordat hij weer wegrijdt bij het winkelcentrum. Slordig geparkeerde auto’s, gemene stoeprandjes die een aanslag op de banden kunnen vormen, een krap bochtje én een lantarenpaal die in datzelfde bochtje pal naast het wegdek is geplaatst. “En als het even kan wil ik die paal toch graag overeind laten staan”, zegt Jim met een glimlach.

Hij zit niet snel met het zweet in zijn handen achter het stuur. “Hoewel ik met name Amsterdam soms wel spannend vind. Vooral met het gedrag van fietsers daar; dan kom je soms ogen, oren én handen tekort.” De verkeersdeelnemers op het parkeerterrein zijn gelukkig minder grillig.

Tekst gaat verder onder de foto.

Jim is wel wat uitdaging gewend.

Om het wringen van de banden te voorkomen tilt Jim de niet-sturende as omhoog, en schakelt de sturing op de andere assen wel in. Zo kort hij de draaicirkel in. De voorkant van de kraan scheert op amper tien centimeter langs de lantarenpaal, en zonder brokken te maken gaan we weer op pad naar Sassenheim.

Jim houdt het scherm nauwlettend in de gaten. Daarop is de spanning van elk van de twaalf banden te zien. Elk wiel heeft een eigen sensor om de druk te meten. Koud staat er 9,3 bar op elke band, maar met de enorme krachten die op de Michelins worden uitgeoefend, kan dat snel oplopen. Vooral ’s zomers is het opletten geblazen, want dan is de kritische grens van 11,5 bar bereikt voor je er erg in hebt. Op deze kille en regenachtige dag in april is daar geen sprake van. De buitentemperatuur is net zes graden en het regent flink tijdens de terugreis naar Sassenheim.

Bij afslag 5 op de A44 meldt het navigatiesysteem ‘bij de volgende afslag rechts aanhouden.’ Hè, is dat nou een stem met een Vlaams accent? “Jazeker,” antwoordt Jim, met pretlichtjes in zijn ogen, “dat heb ik bewust zo ingesteld. Als ik dan eens een keer verkeerd rijd, dan kan ik een domme Belg de schuld geven!”

Auteur: Ton van der Vliet